publicaties
Opzet van de bezorging van Becks werk, en een excerpt

Inleidende hoofdstukken:
Bronnen en verantwoording David Beck: Biografie; Scholing; Sociaal milieu; Collega-dichters
De verhouding tussen Becks dichtwerk en de gangbare normen: Normen; Thema's; Oorsprongsmythen; Invloed van de renaissance; Verhouding tot de canon
Becks nieuwsgaring en zijn boekenkast: Actueel nieuws; Boeken; Conclusie;
Becks dichtwerk in de afzonderlijke bronnen:
De Trophéen off Zege-Teeckenen Van den Nederlantschen Mars;
De Trophéen off Zeghe-teeckenen van den Nederlandschen Mars Tweede deel, Delft 1622;2
Manuscript Anna Roemers;
Gelderlants Triumph-dicht, Arnhem 1629;
een inschrijving in het Liber Amicorum van Ernst Brinck.

Het werk wordt onderbroken door toelichtingen op gebeurtenissen die Beck beschrijft.

Als voorbeeld volgt hier een excerpt uit De Trophéen off Zege-Teeckenen Van den Nederlantschen Mars, inclusief sonnet nr. 93.

Gebeurtenissen in 1600

Het jaar 1600 betekende een mijlpaal in de ontwikkeling van de jonge Republiek. In het voorjaar viel de schans van Sint Andries in Staatse handen en in de zomer werd er slag geleverd op de Vlaamse stranden.

Bij Nieuwpoort, aan de monding van de IJzer, kwam het op 2 juli 1600 tot een treffen tussen het Staatse leger onder Maurits en dat van aartshertog Albert onder Francisco de Mendoza.

Tenminste twee pamfletten uit 1600 beschrijven de slag bij Nieuwpoort in sonnetten. Dit was nieuw, want in die tijd was een reportage van een veldtocht in poëzie geen bekend verschijnsel. Het eerste besproken pamflet is anoniem gedrukt in Amsterdam en bevat vooral propaganda voor Maurits, die door de auteur, veel lof wordt toegezwaaid, maar vooral heel veel lof en dankbaarheid ten aanzien van God en weinig goeds voor de Katholieke Kerk en de paus. Tot een werkelijke beschrijving van de veldslag komt het nauwelijks, hoewel er wel verscheidene veldheren genoemd worden, die bij Beck in deze sonnetten ontbreken. 1 Het tweede pamflet uit dat zelfde jaar beschrijft de slag en de daaraan voorafgaande veldtocht wel, ook hier lof voor Maurits door de auteur, Michiel Vlack, maar hij geeft ook veel concrete feiten. Vlack beschrijft, net als Beck, de grote verliezen. Vlack heeft het pamflet niet met zijn naam ondertekend, maar met de afkorting N.S.V. dat staat voor 'niemand zonder vlek', de spreuk waarmee de Goudse rederijker zijn werk ondertekende.

Het leger van Maurits bestond uit 13.000 man voetvolk en 2.800 ruiters, een stoet die samen met wagens vol oorlogsbenodigdheden een lengte had van 16 km. Het Spaanse leger telde 11.000 infanteristen en 1.400 ruiters. De slag duurde van half vier in de middag tot 's avonds rond een uur of zeven. Op dat moment waren 1.000 soldaten van de Republiek gesneuveld en 700 gewond. Aan Spaanse zijde vielen 4.000 doden. De slag werd niet alleen op het strand en in de duinen geleverd, maar de Staatsen werden ook vanuit zee ondersteund. De korvetten uit sonnet 97 zijn kleine snelzeilende oorlogsvaartuigen met slechts één laag kanonnen en getuigd als een fregat. Meer dan 1.000 schepen waren bij de landingsoperatie betrokken. Door tactische manoeuvres wist Maurits maar net de overwinning te behalen. Zo stelde hij de Nederlandse en Engelse troepen in de duinen en op het strand zo op dat de Spanjaarden met de zon in het gezicht en tegen de wind in moesten vechten. Ook zette hij zijn reserves niet te snel in, maar weloverwogen en achteraf gezien op het juiste moment. Een doorslaggevende factor was de plaatsing van de kanonnen: terwijl de Staatse kanonnen op houten bokken waren gezet, zakte de Spaanse artillerie weg in het mulle zand. De admirant van Aragon was de voornaamste krijgsgevangene. Aartshertog Albert ontkwam, maar zijn paard werd als oorlogstrofee naar Den Haag meegevoerd.

De slag bij Nieuwpoort heeft onder tijdgenoten veel bijgedragen aan Maurits' reputatie en heeft gezorgd voor een versterkt nationaal bewustzijn. De toon van de pamfletten en de prenten die de ronde deden was triomfantelijk en dankbaar, hoewel men besefte door het oog van de naald te zijn gekropen. De toon van triomf en dankbaarheid is duidelijk bij Beck te beluisteren, hij haalt alle mythologische verwijzing voor Maurits uit de kast.

Op den vermaerden Velt-Slach Bij Nieupoort in Vlaendren.

93.      1.                                                                        A[nn]o 1600.

Als Spagnen onsen Mars sag bij de Vlaemsche stranden
Soo schricklijck Blixemen op haer Heijrlegers Macht,
(Soo Nieupoortallerbest kan tuijgen van die Slacht)
En hoe hij daerop liet den Duijtschen Donder branden:
      Mendoza stont bedeest, Albertus sonder handen:
Jae Isabella die verloor bijkans haer Cracht:
Aensiende met Hertseer hoe Heldig Mauritz bracht
Hun Hoogheijt, Macht, en Eer: tot Smaet, te niet, te schanden:
      Doe most den Spaenschen Reij (op Zijnen Trotsen Troon)
Gelooven dat hij was Bellonas Outsten Soon,
Voor wien hij zelven met gants Spagnen sig most buijgen,
      Jae dat Sijn heldigheijt ging boven die van Mars:
Alsoo hem Arragon, De Vlaemsche Duijnen (pars
Van Spagnarts Bloet) en Sijn Verlies best mogt getuijgen.

Hierna volgen nog elf sonnetten over deze geburtenissen in 1600.


Reageren? Mail naar tonneke vermeer